header image

OT hero Pauline: Ik ben wel doof, maar niet stom

Pauline Vandenbossche is geen gewone ergotherapeute. Deze jonge spring-in-het-veld uit Gent werd doof geboren en inspireert zowel lotgenoten als ieder ander die met haar in contact komt. Lees snel verder om Pauline beter te leren kennen en raak zelf geïnspireerd door haar verhaal.

Wie ben je?

Ik ben Pauline Vandenbossche, een 24-jarige, jonge, spring-in-het-veld. Oorspronkelijk een Gentenaar, maar ik heb de liefde gevolgd naar Beernem. Ik ben een gemotiveerde ergotherapeut die altijd op zoek is naar nieuwe manieren om mijn job uitdagend te houden. Ik ben een realist met een betrokken en optimistische instelling.

Wat zijn je hobby’s?

Ik ben iemand die graag en veel leest. Ik geniet van kleine dingen en leuke activiteiten met mijn partner, vrienden en familieleden. Ook ben ik een fervent Gent-supporter.

Naast mijn hobby’s volg ik nog de opleiding Bachelor in het Sociaal Werk via afstandsonderwijs.

Je hebt een beperking. Ben je hiermee geboren?

Ik ben doof geboren ten gevolge van Connexine 26. Dat is een chromosomale afwijking op het 13e chromosoom. Zelf noem ik het geen beperking, want dit geeft een negatieve bijklank.

Met 11 maanden hebben mijn ouders mijn doofheid ontdekt. Toen ik 13 maanden oud was ben ik geopereerd aan mijn rechteroor voor een Cochleair Implantaat, een CI. Ik draag mijn CI dagdagelijks. Dankzij mijn CI kan ik bijna perfect functioneren in de maatschappij.

Tot 18 jaar heb ik wekelijks twee uur logopedie gevolgd. Buiten mijn broer is er niemand in de familie met deze genetische afwijking. Hierdoor zijn we voornamelijk met spraak opgevoed. Echter kennen mijn broer, ouders en ik een basis VGT, Vlaamse Gebarentaal, om te kunnen communiceren in gevallen van nood. Denk maar aan een platte batterij, een kapotte CI, zwemmen etc.

Waarom koos je het beroep Ergotherapeut?

Toen ik afstudeerde van het middelbaar heb ik eerst twee jaar kleuteronderwijs gestudeerd. Al snel merkte ik dat dit niets voor mij was. Ik volgde een infomoment van de HOGENT en toen viel mijn oog al snel op de opleiding ‘ergotherapie’. In dit beroep haal je het beste uit de mensen en je moet jezelf als persoon continu verbeteren en innoverend werken. Dit om het dagelijks leven van de ander terug zo zelfredzaam mogelijk te maken.

Hoe verliepen je studies?

Mijn studies verliepen niet altijd even vlekkeloos. In het begin van de opleiding had ik mij erg mispakt aan de grote pakketten studiemateriaal, denk maar aan anatomie, neuro-anatomie en beroepsontwikkeling. Hoe verder de opleiding vorderde, hoe beter het studeren ging. Zelf vond ik de stages en praktijklessen het fijnste om te volgen.

Was je zoektocht naar werk een grote stap?

Neen, eigenlijk niet. Ik ben afgestudeerd in juni en heb onmiddellijk werk gevonden. Ik werk momenteel met volwassenen met een verstandelijke beperking en dat doe ik nog steeds heel erg graag.

Wat zijn de grootste moeilijkheden in je job?

Altijd creatief blijven en continu oplossingen bedenken om het leven van mijn bewoners zo zinvol mogelijk te houden. Ze zijn niet verbaal, hierdoor moet je goed afstemmen met opvoeder-begeleiders en mede (ergo)therapeuten, om zeker te zijn dat de activiteiten die gegeven worden zinvol zijn.

Je werkt met mensen met een beperking. Kan je je beter inleven in hun verhaal door je eigen ervaringen met doofheid?

Dat denk ik wel. Maar anderzijds denk ik ook: “niet ’trunten’ (zeuren, nvdr.). Als ik het kan, kan jij het ook.”. Mijn eindstage heb ik (deels) gelopen in een MFC waar grotendeels dove en slechthorende lagereschoolkinderen op therapie kwamen. Zij vonden het heel fijn dat er iemand was die ook doof is. Ik heb deels dezelfde weg afgelegd als die kinderen. Ik ben ook op therapie moeten gaan tot mijn 18de, ik heb ook ‘moeilijkheden’ gehad bij rekenen, bij taal of andere vakken. Anderzijds was ik ook een rolmodel voor die kinderen. Ik kreeg vragen van kinderen zoals: “Wauw, jij hebt gestudeerd. Kan ik dat ook?” Natuurlijk. Als je nu goed werkt en ervoor gaat, kan je alles.

Wordt je soms onheus behandeld ?

Soms? Op dit moment kan ik niet direct iets ergs bedenken. Mijn omgeving weet wie ik ben en houdt erg rekening met mijn beperking. Voor hen is het nooit teveel gevraagd om eens iets te herhalen.

Op de werkvloer zijn er wel bepaalde collega’s die moeite hebben om soms iets te herhalen. Nu, dat heeft te maken met de combinatie van mijn doof-zijn en het West-Vlaams. Maar ik val er niet erg over en ben supergelukkig met mijn leven.

Waaraan erger je je het meest ?

Ik erger mij het hardst aan mensen die doven nog steeds de term ‘doofstom’ of ‘gehoorgestoord’ of ‘gehandicapt’ geven. We zijn niet stom. Deze term wordt eerder gebruikt voor mensen met technische problemen aan hun stembanden of het spraakorgaan. Dit is niet van toepassing bij dove mensen in het algemeen. Ook heeft de term ‘doofstom’ een negatieve bijklank. Stom doet denken aan dom, wat dove mensen zeker niet zijn. Iedereen heeft zijn kwaliteiten.

Hoe ervaar je de Covid-19 periode en vooral de mondmaskers?

Ik heb een cochleair implantaat. Dankzij mijn CI kan ik in de ideale situatie 90% horen, in een luide wereld zou dit op ongeveer 75-80% komen. Hierdoor helpt het mondbeeld erg. Nu dat mondbeeld wegvalt is communiceren met een mondmasker in een lawaaierige omgeving soms moeilijk. Een 1-op-1 gesprek lukt nog goed.

Nu, Corona blijft niet eeuwig, dus die mondmaskers zullen op een gegeven moment wel weer verdwijnen uit het straatbeeld. Daarom is het belangrijk dat we met z’n allen de maatregelen volgen.

Wat zou je geworden zijn als je wel kon horen?

Als kind wilde ik altijd politie-inspecteur zijn of anatoom patholoog. Dat laatste is het onderzoek naar ziektes, therapie-ontwikkeling, etc.

Ik heb geprobeerd om inspecteur te worden. 😊 Ik ben ‘gesneuveld’ in de medische testen. Als je bij de politie werkt moet je geluid kunnen lokaliseren. En aangezien ik bilateraal doof ben én enkel rechts geïmplanteerd ben, was dit een te groot risico bij gevaar.

Waar ben je vooral trots op?

Ik ben trots op wie ik ben en waar ik geraakt ben. Ik ben vooral fier op mijn ouders én logopediste. Dankzij hun doorzettingsvermogen tijdens mijn kindertijd kan ik zeer goed praten, kan ik goed mee functioneren in de maatschappij.

Zonder hen was ik nooit waar ik nu sta.

Wil je een boodschap kwijt aan andere ergotherapeuten?

Blijf steeds in jezelf en uw cliënt geloven! Blijf het beste uit jezelf en de ander halen. Samen maken we het verschil.